Ga naar inhoud

Verkeersregels over parkeren

Goed parkeren is een belangrijk onderdeel van veilig rijden. Of je nu oefent in het verkeer of uit een boek leert – parkeren hoort erbij. Maar de regels verschillen per plek. Binnen of buiten de bebouwde kom, bij een bushalte of op een kruispunt – overal gelden andere regels. Ook parkeren in de berm mag niet zomaar. Op deze pagina lees je de belangrijkste parkeerregels en hoe je parkeerschade voorkomt.

Wat is het verschil tussen stilstaan en parkeren?

Voordat je gaat parkeren, is het belangrijk om het verschil te weten tussen stilstaan en parkeren.

Stilstaan is toegestaan als je:

  • iemand laat in- of uitstappen
  • goederen direct laadt of lost

Parkeren is het geval als je:

  • de auto achterlaat, bijvoorbeeld om een winkel te bezoeken
  • wacht in de auto, bijvoorbeeld om iemand op te pikken van het station

Regels parkeren buiten de bebouwde kom

Buiten de bebouwde kom mag je meestal overal parkeren. Toch zijn er twee uitzonderingen:

  • Als een bord of paaltje aangeeft dat het niet mag
  • Op een voorrangsweg

Regels parkeren binnen de bebouwde kom

In de bebouwde kom mag je parkeren in de berm of op straat, behalve als een bord of paaltje dit verbiedt. Is de weg te smal? Dan mag je deels op de rijbaan en deels in de berm staan. Zorg wel voor minstens 1,5 meter ruimte voor voetgangers.

Regels parkeren bij een kruispunt of bushalte

Er zijn een paar regels waar je rekening mee moet houden als je parkeert bij een kruispunt of bushalte:

  • Houd minimaal vijf meter afstand van een kruispunt
  • Bij verkeerslichten is dat 20 meter
  • Houd bij een bushalte 12 meter afstand. Je mag bij een bushalte trouwens wél kort stilstaan om iemand in of uit te laten stappen, als je daarna meteen weer doorrijdt.

Waar mag je je auto parkeren?

  • Op een parkeerplaats of in een parkeergarage
  • In een blauwe zone (met parkeerschijf)
  • Bij een parkeerautomaat (betaald parkeren)
  • Op je eigen oprit (tenzij anders aangegeven)
  • In een parkeervak langs de straat, als hier geen bord bij staat
  • Op speciale parkeerplekken, zoals voor mensen met een geldige gehandicaptenkaart

Waar mag je niet parkeren?

  • Op het voet- of fietspad
  • Voor een brandkraan
  • In een laad- en loszone
  • Op een gehandicaptenplek zonder vergunning
  • Voor een oprit of inrit
  • Op plekken met een parkeerverbod
  • Bij een bus- of tramhalte
  • Op een tram- of busbaan
  • Op een grasveld of groenstrook
  • In een bocht, op een kruispunt, brug, tunnel of viaduct
  • Voor een verkeersbord of lantaarnpaal
  • In een voetgangersgebied
  • Voor een garage of parkeergebouw

Tips om parkeerschade te voorkomen

Veilig parkeren begint bij het kiezen van de juiste plek. Met deze vijf tips voorkom je parkeerschade:

Toch schade? Of heeft je auto schade door iemand anders? Dat wordt soms vergoed door je verzekering. Dit hangt af van je dekking.