Ga naar inhoud

Alle soorten licht op je auto

Autoverlichting ziet er per type auto net weer anders uit. Maar meestal is het per auto (bijna) hetzelfde. Je vindt lampen aan de voor- en achterkant van je auto. Bekijk hier een overzicht van de belangrijkste soorten licht van je auto.

Met dimlicht zie je in het donker beter en ben je ook zelf goed zichtbaar voor anderen. De lampen zitten in de koplampen. 's Nachts en bij slecht zicht is dimlicht verplicht. Dimlicht wordt ook gebruikt bij slecht zicht overdag, bijvoorbeeld als je moet rijden bij storm en harde wind of zware regenval. Het is minder fel dan grootlicht, zodat je tegenliggers niet verblindt.

Grootlicht verlicht de hele weg als het donker is. Omdat het fel is, kan grootlicht andere bestuurders verblinden. Gebruik het daarom alleen ’s nachts en alleen als er geen ander verkeer in de buurt is.

Alle auto's die sinds 2010 zijn gebouwd hebben dagrijlichten, ook wel Daytime Running Lights (DRL). Dit zijn kleine LED-lampjes rondom de koplampen. Hiermee ben je ook overdag goed zichtbaar. Ze verbruiken weinig stroom en gaan lang mee.

Stadslicht, ook wel parkeerlicht, laat zien dat je auto stilstaat. Het bestaat uit twee kleine lampjes aan de voor- en achterkant. Binnen de bebouwde kom wordt stadslicht alleen gebruikt als er weinig of geen straatverlichting is. Buiten de bebouwde kom is stadslicht handig om ‘s nachts of bij slecht zicht naast de weg te parkeren. 

Alleen bij dichte mist mag je je mistlampen aanzetten. Net als het grootlicht is ook dit licht erg fel en daardoor verblindend voor andere weggebruikers.  

Remlichten zijn rood en zitten achterop de auto. Zodra je remt, waarschuw je hiermee het verkeer achter je. Zo kunnen andere bestuurders op tijd hun snelheid aanpassen.

Auto’s die na september 2001 voor het eerst zijn geregistreerd (dus hun eerste kenteken kregen), moeten ook een derde remlicht hebben. Dit zit meestal in de achterruit.

Lees ook: hoeveel afstand moet je houden van een andere auto?

De achteruitrijlampen van een auto zijn geel of wit van kleur. Je vindt ze aan de achterkant van je auto. Deze lampen laten zien dat je achteruit gaat rijden.  

Met waarschuwingslichten (knipperende oranje lampen) kun je anderen waarschuwen bij pech of gevaar. Gebruik ze alleen in noodsituaties.

Stap je in zo'n situatie uit de auto? Dan is het handig om ook een gevarendriehoek en een veiligheidshesje te gebruiken. 

Je kenteken moet altijd goed zichtbaar zijn. Zodra je groot licht, dimlicht, stadslicht of mistlicht gebruikt, moet ook de kentekenplaatverlichting aanstaan.

Gebruik je een fietsendrager of aanhanger? Zorg dan dat ook de witte kentekenplaat goed verlicht is.

Autoverlichting kopen 

Welk type autoverlichting je nodig hebt, lees je in het instructieboekje of onderhoudsboekje van je auto. Je kunt dit ook vragen bij je vakgarage. Het is handig om reservelampjes in je auto te hebben. Als je koplamp stuk gaat, kun je die namelijk snel vervangen. Het vervangen van je koplamp is geen lastige klus.  

Ga zelf niet aan de slag met het vervangen van led-lampen. Deze zitten in de auto zelf en moeten worden vervangen door een specialist.  

Lees ook: tips bij zelf autoverlichting vervangen

Autoverlichting regels en verkeersboetes 

In het verkeer is het belangrijk om goed te kunnen zien en gezien te worden. Zorg dus voor goed werkende verlichting en gebruik dit op de juiste manier. Doe je dat niet? Dan kun je een boete krijgen. Over de exacte boetes voor het rijden zonder verlichting hebben we meer informatie. 

Lees ook: Boete voor rijden zonder licht in de auto