Ga naar inhoud

Voorrangsregels voetgangers

De verkeersregels en voorrangsregels voor voetgangers zijn soms net wat anders dan voor auto’s, brommers, fietsen en andere voertuigen zoals trams. In het kader van de verkeersveiligheid is het daarom van belang om goed te weten wanneer voetgangers voorrang hebben en wanneer niet. Hier geven wij u daarom meer informatie. 

Wanneer hebben voetgangers voorrang? 

Er zijn drie situaties waarbij een voetganger voorrang heeft. 

Voor iedereen in het verkeer geldt de regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer’. Voetgangers vallen daar dus ook onder. Slaat u af met de auto, bijvoorbeeld op een kruising? Dan moet u aan iedereen (waaronder dus ook voetgangers) voorrang verlenen. 

Voert u een bijzondere manoeuvre uit? Dan moet u aan iedereen voorrang verlenen. Dat geldt dus zowel voor voetgangers als voor alle andere weggebruikers. Bij een bijzondere manoeuvre moet u bijvoorbeeld denken aan inparkeren, het verlaten van een uitrit of het inrijden van een inrit.

Als er sprake is van een zebrapad hebben voetgangers ook voorrang. U moet in zo’n geval alle voetgangers die via het zebrapad willen oversteken voor laten gaan. 

Wanneer heeft een voetganger geen voorrang? 

Rijdt u op een voorrangsweg? Dan hoeft u geen voorrang te verlenen aan voetgangers. De regels op voorrangswegen gelden namelijk alleen voor bestuurders van auto’s, fietsen en brommers. Voetgangers horen daar dus niet bij. 

Los van de regels rondom voorrang bij voetgangers is het natuurlijk wel gewoon heel aardig om een voetganger voorrang te geven. Denk daarbij aan een persoon die slecht ter been is of aan onoplettende kinderen. Houd wel ook het overige verkeer bij zo’n situatie goed in de gaten. Want die weggebruikers kunnen natuurlijk niet weten dat u onterecht voorrang gaat verlenen aan een voetganger. En dat kan dan alsnog voor onveilige situaties zorgen. En onnodig toeteren mag ook niet.

Geen stoep: aan welke kant van de weg moet u lopen? 

Een voetganger mag in het verkeer niet zomaar overal lopen. Is er een stoep, dan moet u daar op lopen. Is er geen stoep maar wel een (brom)fietspad? Dan is dat de plek voor uw wandeling. U mag ook in de berm gaan lopen als die er is. Bent u op een woonerf? Dan mag u overal lopen, zolang u maar binnen de grenzen van het woonerf blijft. 

Aan welke kant van de weg u moet lopen als er geen stoep, berm of fietspad is, mag u helemaal zelf bepalen. Tot 1993 was het verplicht om dan aan de linkerkant van de weg te gaan lopen. Nu is het vooral van belang om te kiezen voor de meest veilige situatie. In veel gevallen zal dat overigens nog altijd aan de linkerkant zijn. 

We hebben meer informatie over verkeersregels en -situaties.