Ga naar inhoud

Strepen op de weg

Het kan er soms een beetje druk uitzien op de wegen, met al die verschillende soorten strepen. Of het nu om een doorgetrokken streep of een onderbroken streep in de kleuren geel, groen of wit gaat: elk soort streep heeft een speciale betekenis. Hier leggen we graag aan u uit wat die betekenis precies is. 

De functie van strepen op de weg

 In de basis zijn strepen op de weg vooral een geheugensteuntje voor weggebruikers. Ze zijn ook altijd zichtbaar en tijdens het rijden kunt u er altijd op terugvallen. Strepen op de weg geven informatie over een aantal belangrijke zaken: 

  • De maximale snelheid 
  • Of inhalen toegestaan is 
  • Komen er andere weggebruikers van links of rechts? 
  • Het wegverloop (zodat als er geen openbare verlichting is, automobilisten door de kantmarkering de contouren van de weg kunnen volgen)  

Lees ook: blokmarkeringen

Verschillende soorten strepen  

U kunt op de weg te maken krijgen met verschillende soorten strepen. Zo zijn er: 

De maximumsnelheid is hier 100 km/u. Is de dubbele middenstreep ononderbroken? Dan is het verboden om hier in te halen. De kleur groen is gekozen omdat dit het idee moet geven van een middenberm.  

De maximumsnelheid is hier 80 km/u. Is het een onderbroken streep, dan mag u inhalen. Bij een doorgetrokken streep mag dat uiteraard niet. 

De maximumsnelheid is 80 km/u tenzij verkeersborden 60 km/u aangeven. Door het ontbreken van de middenstrepen, gaan automobilisten vaak als vanzelf minder hard rijden. De weg lijkt namelijk smaller en meestal is dat ook daadwerkelijk het geval. 

Andere markeringen op de weg 

Naast de zojuist genoemde strepen zijn er ook nog andere wegmarkeringen. Ook zij hebben elk hun eigen betekenis.  

Is het een onderbroken gele lijn, dan mag u hier niet parkeren. Bij een doorgetrokken lijn mag u niet eens stilstaan. Laden en lossen of iemand vlug laten in- of uitstappen mag hier dan dus ook niet. 

Ziet u plotseling gele strepen op de rijbaan? Dan zijn er wegwerkzaamheden en worden met deze lijnen tijdelijke rijbanen aangegeven. Soms is het wat verwarrend als de witte lijnen ook nog zichtbaar zijn. Toch geldt: volg altijd de gele lijnen. De snelheid wordt geregeld via matrixborden of verkeersborden. 

Bij een blauwe stoeprand moet u als u gaat parkeren gebruik maken van een blauwe parkeerschijf. Plaats die in het zicht en met de juiste tijd erop aangegeven onder uw voorruit. 

Aan de kleur rood bij fietsstroken zit geen speciale betekenis. Dit is vooral gedaan om een duidelijk onderscheid te maken tussen het gedeelte voor fietsers en het gedeelte voor auto’s.

Kortom, u kunt met nogal wat kleuren en strepen op de weg te maken krijgen als u deelneemt aan het verkeer. Het lijkt misschien ingewikkeld, maar uiteindelijk helpt het juist enorm met het oog op de verkeersveiligheid. Iedereen houdt meer afstand en rijdt extra voorzichtig en alert. En dat verkleint dan weer de kans op ongelukken

We hebben meer informatie over verkeersregels en -situaties.