Winterchecklist voor agrariërs in 2026

1. Pas op voor gladde wegen

Sneeuw, hagel en ijzel kunnen je erf en toegangswegen spekglad maken. Dat vergroot de kans op glijpartijen, vastzittende voertuigen of schade bij het aan- en afvoeren van vee, voer en melk. Landbouwmachines en tractoren hebben ook minder grip bij koude temperaturen of bevroren ondergrond. 

Controleer daarom regelmatig de bandenspanning, het profiel en de verlichting van je voertuigen. Gebruik waar mogelijk winterbanden of sneeuwkettingen en strooi zout of zand op veelgebruikte paden. Verwijder ijs of sneeuw van daken, laadruimtes en spiegels voordat je vertrekt, bij voorkeur met veilige hulpmiddelen vanaf de grond of met professionele hulp. Zo voorkom je gladheid en schade zonder risico op vallen.  

Bekijk tips om veilig te rijden met gladheid

2. Houd je stallen warm en veilig

Veel stallen, zoals ligboxenstallen, zijn open gebouwd en daardoor niet of nauwelijks te verwarmen. Richt je onderhoud daarom vooral op de ruimtes die wél verwarmd worden of waarin vorstschade kan ontstaan. Denk aan je melkstal of technische ruimtes.

Controleer of kachels, ventilatoren en schoorstenen schoon en goed onderhouden zijn om risico’s op brand, kortsluiting en koolmonoxidevergiftiging te voorkomen. Zorg dat warmtebronnen veilig zijn afgeschermd en dat bedrading niet in contact komt met stro of stof. Kijk ook naar de isolatie van je opslagruimtes, zodat producten of installaties niet bevriezen. Dat bespaart je ook onnodige stookkosten.

Lees hier hoe je jouw stal veilig verwarmt

3. Check je dak en buiteninstallaties

Daken, grote installaties of los stilstaand materieel kunnen door sneeuwbelasting of ijsvorming schade oplopen. Controleer je dak op losse delen, kijk of isolatiemateriaal nog intact is en of goten en afvoeren vrij zijn van vuil en ijs. 

Gebruik je heteluchtkanonnen? Haal ze dan op tijd van zolder en controleer ze grondig. Maak ze net als je ventilatoren schoon, check de bedrading en branders op slijtage en test of alles goed werkt. Zo voorkom je kortsluiting of brandgevaar en vertrouw je erop dat ze werken als het echt koud wordt. 

4. Laat inbrekers in de kou staan

De meeste inbraken vinden plaats in de winter. Erven zijn vaker donker en machines staan tijdelijk stil. Criminelen grijpen die momenten aan om snel toe te slaan, vooral bij afgelegen schuren of erfafscheidingen zonder verlichting. Diefstal van trekkers, werktuigen en gereedschappen komt in deze periode opvallend vaak voor. 

Zorg daarom dat je erf goed verlicht is en dat camera’s of lampen met bewegingssensoren werken. Er zijn ook slimme camera's om je erf te beveiligen. Berg waardevolle spullen op achter slot en grendel en parkeer voertuigen bij voorkeur in afgesloten ruimtes. Noteer ook serienummers van gereedschappen.

5. Controleer je blusmiddelen en noodplan

Brandrisico’s kunnen in de winter toenemen door intensiever gebruik van verwarming en doordat schoorstenen en elektrische installaties vaker worden belast. Zorg dat je brandblussers op meerdere plekken goed bereikbaar zijn, dat ze recent zijn gekeurd en dat je medewerkers weten wanneer en hoe ze deze moeten gebruiken. Loop ook samen het noodplan door, zodat iedereen weet wat te doen bij een incident. Onderhoud brandblussers: dit moet je weten

6. Let op je mentale gezondheid

Minder daglicht, kou en volle planningen leiden in de winter vaak tot stress, vermoeidheid of zelfs somberheid. Ziekteverzuim ligt in deze periode ook hoger, wat voor extra druk kan zorgen bij collega’s of familie. 

Zorg daarom dat er ruimte is om op adem te komen. Houd werkroosters overzichtelijk, plan rustmomenten in en zorg dat iedereen voldoende licht en frisse lucht krijgt. Merk je dat iemand vastloopt, of dat je zelf minder goed slaapt of piekert over je bedrijf? Blijf er niet mee rondlopen. Een goed gesprek met een collega, coach of vertrouwenspersoon kan veel verschil maken. 

Lees hier meer over vitaliteit op de werkvloer