Wintertijd of zomertijd: wat gaat het worden?

Waarom is de zomertijd ooit ingevoerd?

De wintertijd is in principe de ‘officiële’ tijd. De zomertijd werd voor het eerst ingevoerd tijdens de Eerste Wereldoorlog om zo kolen te besparen. In 1946 werd de zomertijd alweer afgeschaft. Ruim dertig jaar later werd de zomertijd in 1977, drie jaar na de oliecrisis, opnieuw ingevoerd om energie te besparen.

Sinds 2002 doen alle EU-landen mee aan de zomer- en wintertijd. Al deze landen verzetten twee keer per jaar de klok: de laatste zondag van maart wordt de klok een uur vooruit gezet (zomertijd) en de laatste zondag van oktober gaat de klok weer een uur achteruit (wintertijd). 

Voordelen van winter-en zomertijd

De voordelen van de huidige situatie kent iedereen wel. Het belangrijkste is dat we in de zomer langer kunnen genieten van het zonlicht. Bijkomend voordeel is dat je vervolgens ook in huis minder snel de lampen aandoet. Goed voor je energierekening én voor het milieu.

Nadelen van winter-en zomertijd

Toch krijgen de laatste jaren ook de nadelen van dit systeem steeds meer aandacht. Zo ervaren veel mensen rond het verzetten van de klok een soort mini-jetlag. Ze slapen daardoor minder goed en voelen zich overdag niet fit.

Welke scenario's zijn er?

Nederland zal in de komende jaren een keuze maken voor de wintertijd of de zomertijd. Het scenario waarin we allebei houden is sowieso al van tafel. De keuze gaat dus tussen twee opties:

1. Kiezen voor de zomertijd

Dit zien veel mensen op het eerste gezicht wel zitten. Zo houden we namelijk die lekker lange zomeravonden. Daar staat wel tegenover dat het in de winter pas rond 10 uur 's ochtends licht wordt. Dat levert extra gevaar op in de ochtendspits, die langer donker is.

Maar de avondspits is dan toch langer licht? Dat klopt op zich, alleen gaat de zon dan vaak net onder in de avondspits. En die laaghangende zon is ook niet ideaal voor het verkeer.

2. Kiezen voor de wintertijd

Deze optie komt het dichtst in de buurt van onze biologische klok. Het voordeel zit 'm in de hoeveelheid daglicht tijdens de werkdag. Die is gemiddeld over het hele jaar het grootst bij de wintertijd, waarbij we dus het best functioneren.

Het nadeel? Het wordt dan in de zomer al wel enorm vroeg licht. Het voelt natuurlijk wel zonde om niet van dat licht te kunnen genieten, maar echte nadelen levert het niet op.

Wat gaat er nu gebeuren?

De Europese Commissie heeft de plannen voor een permantente tijdzone op verzoek van de lidstaten uitgesteld naar 2021. De Europese lidstaten hebben dus nog ruim twee jaar de tijd om te bepalen of ze willen kiezen voor de wintertijd of de zomertijd. Nederland heeft al aangegeven deze in ieder geval af te zullen stemmen met België en Luxemburg.

Het kabinet steunt het idee om terug te gaan naar één tijd voor het hele jaar. Een voorkeur  voor de wintertijd of de zomertijd is alleen nog niet uitgesproken.

Om te voorkomen dat Europa een lappendeken aan tijdzones wordt, gaat een speciale commissie van de E.U. voorstellen doen voor een permanente tijdzone.