Ga naar inhoud

4 april 2024Gezondheid

Het plezier van eigen oogst

Genieten van je eigen gekweekte wortels en peren; de moestuin is in opkomst. Het aanleggen van een moestuin helpt bovendien bij een gezonde levensstijl. Je bent in beweging, je weet wat je eet en het brengt je in contact met nieuwe mensen wat voor verbinding zorgt.

Bij Univé stimuleren we een gezonde levensstijl en leefomgeving. Daarom zochten we Albert Smits op bij zijn moestuin in Groningen. Want hoe pak je het aanleggen van een moestuin nu eigenlijk aan? En waar moet je zoal rekening mee houden?

Kies de juiste plek

Albert tuiniert al veertig jaar, waarvan de laatste zestien jaar in volkstuin Tuinwijck in Groningen. Je kunt er net als Albert voor kiezen een om stukje grond te pachten, maar ook je eigen achtertuin kan geschikt zijn voor een moestuin. In beide gevallen adviseert Albert om, voordat je een tuin aanlegt, eens goed naar het zonlicht te kijken. “Licht is zo belangrijk in een groentetuin. Als je omgeven bent door huizen, dan draait de zon vaak wat om je tuin heen. Licht wordt afgebogen door alles wat bebouwd is. Daardoor heb je minder lichtopbrengst en dat geeft beperkingen aan het groeien. Planten gaan bijvoorbeeld helemaal omhoog of kromgroeien. Als je tuin veel zonlicht krijgt, heeft het gewoon een veel grotere kans van slagen. Bovendien krijgt je eten, met name fruit, veel meer smaak.”

Een sterke start

Albert benadrukt het belang van een goede basis bij het starten van een moestuin. “Je start met het losmaken en schoonmaken van de aarde. Alles wat je er niet in wilt hebben, haal je eruit. Daarna voeg je compost toe aan je aarde. Het geeft geen voeding, maar maakt wel de structuur van je grond wat luchter. Ook verlaagt het de ph-graad, want die moet niet te hoog of laag zijn. Een ph-graad van vijf tot vijfeneenhalf is ideaal. Volg je deze stappen, dan begin je met prima materiaal”, legt Albert uit.

Wekelijkse routine

Tot slot valt of staat alles met voldoende onderhoud. Het is belangrijk om je moestuin regelmatig te bezoeken zodat je de boel netjes kunt houden. Zo voorkom je dat insecten al je groenten opeten. “Wil je je tuin netjes houden, dan moet je zeker twee of drie keer per week wat tijd besteden aan je tuin. Vooral om het onkruid weg te houden, want dat blijft altijd weer terugkomen”, aldus Albert.

De voordelen van een moestuin

Een moestuin kent vele voordelen. En dat begint al ruim voordat je iets uit je tuin hebt geoogst. “Je werkt buiten in de frisse lucht, omringd door het groen van je eigen planten. Je beweegt veel en door met je handen in de aarde bezig te zijn ben je letterlijk aan het ontaarden. Tijdens het tuinieren maak je al heel snel je hoofd leeg, je bent even met iets anders bezig en je reflecteert op een andere manier. Ook kom je al snel in contact met andere mensen, mede- tuinders. In de volkstuin wisselen we regelmatig jonge plantjes en tuinier tips uit.” Maar het grote voordeel is voor Albert het verse eten: “Ik geniet toch het meest van het heerlijke verse en onbespoten eten dat je uit je eigen tuin haalt. Je oogst en je eet. Dan heeft je voedsel zoveel meer vitamines en smaak dan het eten dat je in de supermarkt koopt, dat is echt niet te vergelijken. Extra leuk is dat ik ook regelmatig mensen in mijn omgeving blij maak met verse groente en fruit.”

De natuur zijn gang laten gaan

Heb je een moestuin, dan is het wel zo mooi om alles biologisch te kweken. Dat wil zeggen: zonder chemische middelen. Ook Albert is hier groot voorstander van: “Mest is zo’n agressief middel. En als je het vergelijkt: baby’tjes houden ook niet van heftig gekruide maaltijden. Dat geldt ook voor jonge plantjes, die moet je mild behandelen.” Tegelijkertijd vecht je met biologisch kweken tegen de vijand. “Wanneer je zonder chemische middelen tuiniert, neem je het op tegen de natuur. We zijn omgeven door slakken, torren en kevers. Laat je veel onkruid in je tuin staan, dan heb je grote kans dat ze naar jouw tuin komen. Slakken kunnen enorm goed ruiken. Dus als je beschadigd materiaal hebt, duiken ze erbovenop.”

Groene bescherming

Wel zijn er manieren om insecten zoveel als mogelijk uit je tuin te weren. Albert legt uit: “Je kunt gewassen naast elkaar zetten zodat ze elkaar beschermen tegen indringers. Zet bijvoorbeeld uien of preien naast andere groentes. De sterke geur stoot bepaalde insecten af. Of zet er goudsbloemen of Afrikaantjes tussen. Die hebben natuurlijke eigenschappen waardoor insecten uit de buurt blijven. Ook kan het helpen om met voorgekweekte plantjes te werken, die zijn wat robuuster waardoor ze minder snel worden opgegeten”, legt Albert uit. Maar het beste is om het te accepteren. “Ik denk altijd maar: we eten allemaal van deze tuin. Je kweekt wat voor jezelf en je zet wat neer voor de beestjes. De natuur is immers van iedereen.”

Deel dit bericht