Ga naar inhoud

25 april 2024Natuur

Geveltuinen voor een betere leefomgeving

Misschien heb je ze wel eens opgemerkt tijdens je wandeling: geveltuinen. Smalle tuintjes tegen gebouwen en huizen aan. Deze extra stukjes groen staan niet alleen gezellig, ze leveren ook een mooie bijdrage aan het tegengaan van stadsopwarming. Bovendien hebben ze een positief effect op de biodiversiteit.

Wendy Bakker is van stichting Steenbreek, een landelijke kennis- en netwerkorganisatie die ondersteuning biedt bij het duurzaam vergroenen van onze leefomgeving. Wendy deelt de voordelen van geveltuinen en leert je hoe je ze zelf aanlegt.

Elk stukje groen maakt verschil 

Waar planten groeien, laat de aarde water doorzakken. Zo loopt water weg en slaat de aarde het op voor drogere periodes. Open groen bevordert ook de biodiversiteit; het trekt vlinders en bijen aan en biedt vogels voedsel en onderdak. Uit onderzoek blijkt dat verstedelijkte gebieden met meer groene zones tot 10% meer vlinders en bijen kunnen huisvesten dan volledig versteende gebieden. Bovendien heeft groen een verkoelend effect op de stedelijke omgeving. Steden met goed geïntegreerde groene ruimtes kunnen de luchttemperatuur met wel 3 tot 4 graden Celsius verlagen.

Wendy Bakker van Stichting Steenbreek legt dit uit: “Alle bestrating warmt overdag tijdens de warme dagen op door de zon. Die warmte wordt door tegels en asfalt vastgehouden en afgegeven in de nacht. Groen daarentegen, verkoelt. Het biedt schaduw en doordat planten vocht verdampen, geven ze koude af.” Kleine stukjes tuin, zoals geveltuinen, dragen ook bij aan deze verkoeling. Studies tonen aan dat elke vierkante meter groen in de stad de lokale temperatuur met ongeveer 0.02 graden kan verlagen. Zo helpen we de opwarming van stedelijke 'hitte-eilanden' te verminderen, waar de temperaturen flink hoger zijn dan in omliggende gebieden. “Al die kleine stukjes groen die we zelf toevoegen, zorgen ervoor dat de stad minder opwarmt en we dieren en insecten een handje kunnen helpen. Dit maakt onze eigen leefomgeving een stuk plezieriger”, aldus Wendy.

Met de buurt de handen uit de mouwen

Iedereen kan individueel, als het kan binnen de gemeente, een geveltuin aanleggen. Maar je kunt dat ook met bijvoorbeeld een hele straat doen. Samen op een zaterdag aan de slag, elkaar helpen bij de aanleg en daarna een gezellige afsluiting met een hapje en een drankje. Je leert je buren beter kennen, wat bijdraagt aan de saamhorigheid. Kijk ook eens bij de gemeente of een geveltuinactie ondersteund wordt met een subsidie of hulp in de vorm van planten, aarde of het lenen van gereedschap. Er zijn ook gemeenten die de geveltuinen aanleggen, waarna de bewoners het planten op zich nemen.

De richtlijnen voor een geveltuin

Voordat je een geveltuin aanlegt, is het verstandig om je in te lezen in de voorwaarden die je gemeente stelt. “Het is allereerst belangrijk dat er na het aanleggen van de geveltuin nog sprake is van een vrije doorgang. Deze moet meestal tussen de 1,20 meter en 1,50 meter breed zijn. Verder mag je vaak niet dieper graven dan veertig centimeter. Zo voorkom je dat je kabels en leidingen raakt”, legt Wendy uit. Wanneer je aan de voorwaarden voldoet, kun je langs de gevel een rijtje stoeptegels weghalen. Vervolgens schep je het zand eruit en maak je een opsluiting die ervoor zorgt dat de resterende tegels goed blijven liggen. Die opsluiting kun je handig maken met de stoeptegels die je eruit hebt gehaald. Om een border te maken zet je de stoeptegels verticaal tegen de rand van je geveltuin, tipt Wendy. 

Zodra je de basis voor de geveltuin hebt gelegd, komt het op tuinieren aan. Je plaatst aarde en plant een mix van zomerplanten, vaste planten en heesters. Kies daarbij het liefst voor biologisch tuinieren en voor groen dat veel voorkomt in Nederland. Zo draag je zoveel mogelijk bij aan de biodiversiteit.

Net als Steenbreek werkt het Univé Buurtfonds samen met landelijke partners om Nederlandse buurten te vergroenen. Zoals het GroenDoen Fonds en Stichting Straatboer. Want een groene buurt zorgt niet alleen voor verkoeling en extra zuurstof, maar ook voor een plezierige en fijne leefomgeving.

Deel dit bericht