13 mei 2024Ondernemen
Verklein de kans op hooibroei
Ieder jaar ontstaan er branden door hooibroei, soms met alle gevolgen van dien. Gelukkig zijn er een aantal maatregelen die je kunt nemen om de kans op hooibroei te verkleinen en het risico te beperken. Wat die maatregelen zijn? Daarover vertellen we je graag meer.
Hooi dat net is binnengehaald broeit vaak. De omgevingstemperatuur, de manier en hoogte van stapeling, het soort gemaaide gras en het vochtgehalte in het hooi hebben invloed op de temperatuur. Als de temperatuur verder oploopt dan 40 graden, neemt het brandrisico toe. Bij een temperatuur boven de 50 graden wordt het gevaarlijk. Je ruikt dan de kenmerkende geur van hooibroei. Temperatuurcontrole door een specialist is dan gewenst.
Hoe ontstaat een brand?
De meeste branden door hooibroei ontstaan tussen de vijfde en veertiende dag na het binnenhalen. Als bij een meting de temperatuur in het hooi boven de 70 graden uitkomt wordt het kritiek. In de broeizone zijn namelijk hete brandbare gassen aanwezig. Deze gassen ontbranden bij voldoende zuurstof gemakkelijk. Daarbij kunnen steekvlammen of explosies ontstaan. Om dat te voorkomen, moet – in overleg met de brandweer, de verzekeraar en/of de hooiroeder – het hooi voorzichtig uitgehaald worden. We raden aan om dit te doen in aanwezigheid van de brandweer.
Temperatuurstijging beperken
Je kunt een aantal dingen doen om stijging van de temperatuur te beperken, namelijk:
- Risicobalen verwijderen en apart (buiten) leggen
- Sleuven in de hooiberg maken
- De balen minder hoog oppakken, met meer ruimte ertussen
Temperatuur meten
Omdat de temperatuur binnen in de stapel of baal hoger kan zijn, werken onze hooiroeders met een hooibroeimeter. Dit zijn elektronische meters met een vier meter lange lans. Maar wat zegt die temperatuur nou? Een overzicht:
Grote balen vormen extra risico!
Steeds vaker wordt het hooi in grote balen geperst. Door de strakke persing kan de warmte in de balen slecht worden afgevoerd. Als de balen dicht tegen elkaar en hoog opgestapeld worden, kan de warmte helemaal niet weg. Ook is hooibroei dan minder goed vast te stellen. Door de strakke persing kan de temperatuur midden in de baal immers veel hoger zijn dan aan de buitenkant. Ook de kenmerkende geur ruik je minder snel. Let bij grote balen hooi dus extra op hooibroei.
Kans op hooibroei verkleinen? Een aantal tips:
- Wikkel de balen in plastic als het vochtgehalte van het hooi niet optimaal is. De kwaliteit van het hooi blijft dan ook beter.
- Gras dat langs de kanten van percelen ligt, droogt vaak minder goed. Deze ‘kantbalen’ verdienen extra aandacht. Leg ze niet midden in de stapel, maar aan de kant waar je ze makkelijk kunt controleren of wikkel ze in plastic.
- Zorg voor voldoende ventilatie in en rondom de stapel. Stapel niet te hoog, niet te strak en op enige afstand van muren en wanden.
- Pers het hooi bij voorkeur in kleine balen. Deze zijn minder strak geperst, waardoor er minder kans op broei is. Laat bij grote balen het hooi minimaal één dag langer ‘losliggen’ dan bij kleine balen.
- Stapel maximaal twee balen op elkaar. Zorg voor tussenruimtes, zodat iedere baal apart te controleren is. Na vier weken kunt u ze eventueel hoger en dichter op elkaar stapelen.
- Voorkom bij stro dat er groen onkruid mee wordt geperst.
Vermoeden van hooibroei? Bel onze hooiroeders!
Univé werkt samen met een aantal technisch inspecteurs – zelf ook agrarisch ondernemers – die jou kunnen helpen om de kans op brand door hooibroei eenvoudig te verkleinen. Dat doen ze met gerichte adviezen en maatregelen. De inspecteurs komen graag bij jou langs om de temperatuur in de balen te meten. Voor onze leden zijn deze metingen gratis. Vermoed je hooibroei? Wacht dan niet. We komen liever één keer te vaak, dan één keer te laat. Je kunt de hooiroeders bereiken via:
- Gert Weites (Langelo) 0592-614706 of 06-10188084
- Taeke Oldenburger (Grootegast) 0594-612231 of 06-21623763
- Marcel Luten (Havelte) 0521-342732 of 06-51192669
Deel dit bericht