Ga naar inhoud

Veelgestelde vragen over Univé Cyberhulp en cybercrime

Nee, cryptovaluta zijn onder geen enkele verzekering van Univé meeverzekerd. Je kunt hiervoor het beste contact opnemen met de partij die jouw cryptovaluta faciliteert. 

Bij particulieren is de kans om slachtoffer te worden van cybercriminaliteit groter. Maar de schadebedragen zijn meestal lager.

Cybercrime is hetzelfde als computercriminaliteit. Dit zijn misdaden die met een apparaat zoals een computer, smartphone, smartwatch of tablet worden gedaan bij een ander apparaat. Bijvoorbeeld: een computervirus dat van de ene computer naar de andere gaat.

Het vaakst gaat het om phishingberichten met betalingen. Iemand stuurt een bericht dat er vertrouwd  uitziet, meestal met een betaalverzoek. Als je via deze link betaalt, gaat het geld naar de crimineel. 

Vooral bij online handel zien we cybercriminaliteit regelmatig plaatsvinden. Zo is bijvoorbeeld bij online handel in tweedehands artikelen voorzichtigheid geboden. Maar ook bij online aankopen in webshops kan het risico op cybercrime zich voordoen. 

Lees nuttige tips om cybercrime te voorkomen

Wij beschikken niet over cijfers om een verband tussen hoogte van opleiding en cybercrimerisico te veronderstellen. Omdat voor cybercriminaliteit het gebruik van internet het belangrijkst is, gaan wij er vanuit dat een verband met opleidingsniveau nihil is.

Jongeren worden relatief vaker slachtoffer van cybercriminaliteit. Waarschijnlijk komt dit doordat zij minder wantrouwend staan tegenover digitale communicatie. In 2018 was bijna 25% van de slachtoffers van cybercriminaliteit jonger dan 25 jaar.

Ouderen worden het minst vaak slachtoffer van cybercriminaliteit. In 2018 was slechts 3,3 % van het totaal aantal slachtoffers van cybercriminaliteit ouder dan 75 jaar.

Vanaf 2012 tot en met 2019 heeft het CBS een toename van het aantal cyberincidenten gemeten. Het aantal bij de politie geregistreerde incidenten lag in 2013 net onder de 2500; in 2019 waren dit er ongeveer 4700. Andere bronnen geven aan dat het aantal in 2020 explosief is gestegen. Volgens cybercrimeinfo.nl is het aantal gevallen in 2020 verzevenvoudigd ten opzichte van 2019. Dat is terug te zien in het toegenomen aantal meldingen van cybercriminaliteit bij de politie.

Het verschil tussen mannen en vrouwen om cybercrimeslachtoffer te worden, is te verwaarlozen. Bijvoorbeeld bij vermogensdelicten zijn mannen met 5,1% weliswaar vaker slachtoffer dan vrouwen (4%), maar dat verschil is te klein om werkelijk een verschil in risico te vermoeden. 

Er zijn geen cijfers bekend over verbanden tussen hoeveelheid cybercrimeschade en woonplaats. Cybercriminaliteit heeft vaak een internationaal karakter en is een grensoverschrijdend fenomeen. Dat geldt uiteraard ook voor internet, het platform waarop cybercriminaliteit plaatsvindt. De woonplaats van het slachtoffer is voor cybercriminelen dan ook van ondergeschikt belang.

In 2021 werden ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders slachtoffer van cybercriminaliteit. De meesten kregen te maken met online oplichting en fraude. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.  De verwachting is dat het aantal cybercrimeschades in de komende jaren toeneemt.

De totale financiële schade door cybercriminaliteit op jaarbasis is gezien de omvang van de verschillende soorten incidenten niet in te schatten door het CBS. Dit komt door de complexiteit en de constant veranderende aard van de incidenten. Uit een schatting op basis van 820.000 processen verbaal blijkt dat er in 72.000 gevallen sprake is van cybercriminaliteit. Dat is circa 9%. Het aandeel verschilt per type delict.

1 op de 12 Nederlanders van 12 jaar en ouder werd in 2018 slachtoffer van cybercriminaliteit. De kans is dus reëel.

Nee, je hoeft geen computer of internetaansluiting te hebben om slachtoffer te worden van cybercriminelen. Zo bevatten de meeste telefoons en bankpassen computerchips die kunnen worden gemanipuleerd. Maar ook chipkaarten, moderne auto's en bedrijfssystemen zijn vatbaar voor cybercriminaliteit. Voor het plegen van cybercrime gebruiken criminelen speciale apparatuur en software. Daarom hanteert de politie voor de opsporing ook geavanceerde middelen en technieken.

Daarnaast komt er ook steeds meer gedigitaliseerde criminaliteit voor waarbij klassieke delicten online gepleegd worden, bv. internetoplichting, afpersing via e-mail, phishing.

Een combinatie van beide verschijningsvormen is ook mogelijk. Denk aan het inloggen op een account met inloggegevens die via phishing zijn bemachtigd.

Onder cybercriminaliteit verstaan wij elke toegang door een derde zonder jouw toestemming of medeweten tot: 

  • Jouw privé- of bedrijfsnetwerk,
  • de daarmee verbonden computers en apparaten,
  • de daarop opgeslagen digitale gegevens,
  • uw mobiele apparaten (zoals telefoon of tablet) en de daarop opgeslagen digitale gegevens. 

Deze toegang kan plaatsvinden door middel van bv. hacken, een computervirus, malware/ransomware, maar ook via phishing. 

Van de Nederlanders van 12 jaar en ouder werd in 2018 8,5% slachtoffer van cybercriminaliteit. Dat komt neer op ruim 1,2 miljoen mensen.