Zonnepanelen op je gebouwen? Zorg voor een veilige installatie!
Als ondernemer met oog voor het milieu en een oplopende energierekening wil je graag verduurzamen. Steeds meer ondernemers kiezen daarom voor zonnepanelen op hun gebouwen. Ook verhuur van daken voor zonnepanelen komt steeds vaker voor. Heb je een bedrijf en loop je ook met deze plannen rond? Of liggen de zonnepanelen al op je gebouwen? Lees dan verder voor onze tips!
Tips vóór de aanschaf en installatie van zonnepanelen
- Ga na welk type dakisolatiemateriaal aanwezig is. Overleg met je verzekeraar of het gebouw verzekerd kan blijven als er zonnepanelen geplaatst worden.
- Kies bij daken met brandbaar dakisolatiemateriaal voor zonnepanelen van glas-glas (brandklasse A). Dit is minder brandbaar. Houd wel rekening met extra gewicht bij glas-glas panelen.
- Gebruik optimizers in de installatie. Naast het vergroten van de opbrengst schakelen deze het paneel uit bij te hoge temperaturen. Dat kan brand voorkomen. Daarnaast worden installaties met optimizers volledig stroomloos als de stroom in de meterkast wordt afgesloten. Dit is veiliger bij onderhoud of bij het blussen van een brand. Bij andere installaties blijven de panelen, bij zonlicht, stroom leveren waardoor op de kabels stroom blijft staan.
- Kies voor een installatie met overspanningsbeveiliging en vlamboogdetectie.
- Schakel een gespecialiseerd bedrijf in voor het plaatsen van de zonnepaneleninstallatie.
- Zorg voor een constructieberekening waaruit blijkt dat het gebouw de zonnepaneleninstallatie inclusief bedrading, montagematerialen etc. kan dragen. Ook andere zaken die aan het dak zijn bevestigd, zoals isolatie, heaters, kraanbanen, sprinklers of verlichting moeten meegenomen worden. Belangrijk is dat de constructie van het gebouw voldoet aan de wettelijke eisen die van toepassing waren ten tijde van de bouw. Bewaar de constructieberekening. Bij schade moet je aan kunnen tonen dat het gebouw sterk genoeg is om de extra last van de hele zonnepaneleninstallatie te dragen.
- Plaats de zonnepanelen op minimaal 2,5 meter afstand van brandmuren, lichtstraten en mogelijke ontstekingsbronnen zoals ventilatoren, airco’s en koelingen. Lichtstraten versnellen de ontwikkeling van de brand doordat ze smelten en brand in een ventilator zorgt ervoor dat de zonnepanelen ook gaan branden. Hierdoor is het effect van een brandmuur ook beperkt. Door de panelen op afstand te plaatsen is de kans op branduitbreiding kleiner.
- Leg bij grotere installaties de zonnepanelen in “velden” met tussenruimtes van 2,5 tot 5 meter. Bij brand op het dak is de brandweer bij een tussenruimte of brandgang beter in staat om deze onder controle te krijgen, daardoor is de kans op branduitbreiding beperkter. Als alle panelen aan elkaar liggen blijft een brand doorgaan totdat alle panelen branden, met meer schade als gevolg.
Tips over het aanleggen van de zonnepaneleninstallatie
Naast bovenstaande tips gelden ook onderstaande tips voor het aanleggen van de zonnepaneleninstallatie:
- Monteer de zonnepanelen volgens NEN 7250:2014/A1:2015
- De elektrische installatie moet voldoen aan NEN1010 / NEN-EN-IEC 62446. Laat de installatie opleveren volgens deze normen.
- Zorg ervoor dat de rode en zwarte kabels van elkaar gescheiden zijn. Zorg op een plat dak dat beide bundels in een kabelgoot/kabelladder liggen. Probeer connectoren in de bundels te voorkomen. Maar zorg er in ieder geval voor dat er geen connectoren direct op het platte dak liggen.
- Zorg ervoor dat ter plaatse van doorvoeren door het dak (brandwerende) kabelbeschermers worden gebruikt.
- Plaats de omvormers op een onbrandbare ondergrond. Liefst buiten tegen een muur van het gebouw. En 2 meter rondom vrij van brandbare materialen. Plaats je de omvormers toch binnen? Zorg er dan ook voor dat de ruimte van plaatsing droog en stofvrij is. En goed geventileerd wordt. Plaats een rookmelder in de nabijheid van de omvormers.
- Gebruik omvormers die voorzien zijn van ingeschakelde vlamboogdetectie.
- Het snel en veilig uitschakelen van de zonnepaneleninstallatie kan nodig zijn in noodgevallen zoals brand, elektrocutiegevaar of voor onderhoudsdoeleinden. Plaats daarom de schakelaars op een goed bereikbare én duidelijk zichtbare plek.
- Sluit de connectoren aan zoals wordt voorgeschreven door de leverancier. Alle connectoren moeten van hetzelfde merk en type zijn.
- Laat na aanleg een opleveringsinspectie uitvoeren door een erkend onafhankelijk keuringsbedrijf en laat eventuele fouten direct herstellen. Een Scope 12 opleveringsinspectie wordt door de meeste verzekeraars geaccepteerd. Bewaar het rapport van de opleveringsinspectie. Lees hier meer over de Scope 12 inspectie.
Bespreek bovenstaande tips met je leverancier en leg ze waar nodig vast in de overeenkomst.
Tips bij gebruik en onderhoud
- Zorg dat de aanwezige vlamboogdetectie ingeschakeld staat.
- Laat de zonnepanelen minimaal één keer per jaar uitwendig controleren op gebreken en maak ze schoon. Vervuiling maar ook ongedierte wordt op deze manier verwijderd. Voer deze controle ook uit na iedere storm of hagelbui.
- Laat periodiek een Scope 12 inspectie uitvoeren. Dit kan ook een verplichting zijn vanuit je verzekeringspolis.
Tips bij verhuur van je dak voor zonnepaneleninstallaties
Je dak verhuren voor zonnepanelen komt steeds vaker voor. Heb je je dak verhuurd of loop je met deze plannen rond? Naast bovenstaande tips, hebben wij nog de volgende tips:
- Leg alle afspraken en eventuele verplichtingen van je verzekeraar in een overeenkomst met je huurder vast.
- Controleer of de afspraken en verplichtingen juist uitgevoerd zijn door de huurder van je dak(en).
Tips bij plaatsing energie opslagsystemen (batterijen)
- Plaats energie opslagsystemen buiten het gebouw op minimaal 10 meter afstand van de gebouwen.
- Overleg op tijd met je verzekeringsadviseur over je plannen en vraag of er nog andere verplichtingen van toepassing zijn.