Ga naar inhoud

'Hooibroeimetingen kunnen veel ellende voorkomen'

De maanden waarin gehooid wordt staan weer voor de deur en dat betekent ook: oppassen voor hooibroei. Twijfel je over hoe jouw hooi erbij ligt? Neem dan contact op met je adviseur, dan sturen we kosteloos iemand langs om een hooibroeimeting te komen doen.

Taeke Oldenburger of één van zijn collega’s komt dan langs om de temperatuur van het hooi te onderzoeken. “Meestal is het gelukkig uit voorzorg. Maar dat is ook meteen mijn oproep: als je twijfelt, bel dan meteen. Dan zijn we er op tijd bij en kunnen we problemen voorkomen.” Het eerste waar Oldenburger op let als hij aankomt, is de geur: “Als je één keer hooibroei hebt geroken, herken je het direct.” Vervolgens gaat hij aan de slag met een flexibele meetstok, waarmee hij op verschillende plekken de temperatuur van het hooi in kaart brengt.

Dat lijkt misschien een wat ouderwetse methode, maar als het aan Oldenburger ligt, is deze methode nog steeds de beste: “Er zijn tegenwoordig ook andere methodes beschikbaar, met warmtebeeldcamera’s bijvoorbeeld. Maar daarmee krijg je vaak toch niet alles helemaal goed in beeld, bijvoorbeeld een plekje middenin het hooi. Daarvoor is de meetstok toch nog steeds het meest effectief.”

Als uit de meting blijkt dat het hooi te warm wordt, moet er actie worden ondernomen: “Als je er echt op tijd bij bent, kun je de balen nog een keer wikkelen. Dan sluit je de zuurstoftoevoer af en kan er geen broei meer ontstaan. Maar vaak is de temperatuur al wat hoger en dan moet het hooi de schuur uit, dat gaat gelukkig makkelijk met de shovel. Een oplossing kan ook zijn de hooibalen los te snijden, dan verdwijnt de spanning uit een baal en is de kans op broei kleiner”, vertelt Oldenburger.

Maar liever wil je hooibroei natuurlijk voorkomen: “Het blijft echt belangrijk om het hooi droog binnen te halen. Er moet maximaal 15% vocht in zitten. Tegenwoordig kan dat makkelijk gemeten worden tijdens het persen. Dat is dus ook zeker een belangrijke tip voor degene die het hooi perst: houd het vochtpercentage goed in de gaten. En als blijkt dat dat te hoog is, wikkel het hooi dan in na het persen.”

Hieronder alle tips om de kans op hooibroei te verkleinen nog even op een rij.

Hoe verkleint u de kans op hooibroei?

  • Maai gras bij voorkeur bij mooi weer en laat het goed drogen voordat u het tot balen perst. 
  • Is het niet mogelijk om hooi of stro droog in te pakken? Zorg dan voor voldoende ventilatie. 
  • Bewaar hooi of stro dat vroeg in het seizoen of in augustus is geperst altijd in folie. Dit bevordert de kwaliteit van het hooi en verkleint de kans op hooibroei. 
  • Wees extra alert op broei bij jonge, goed bemeste grassen. 
  • Wees extra alert op het bijharken van minder gedroogde grassen uit de hoeken van een perceel.
  • Grote balen? Stapel ze niet hoger dan 3 pakken. Zorg ook hier voor voldoende ventilatie rondom de opslag, maar ook tussen de balen. 
  • Huurt u een loonwerker in? Houd de baal waarin hooi of stro van uw collega zit apart. Broei ontstaat vaak in gemengde balen. 
  • Controleer regelmatig de temperatuur van het hooi. Doe dit met behulp van een stuk betonijzer of vraag uw Univé-adviseur naar een hooibroeimeting. 
  • U herkent broei ook aan de specifieke geur (zware tabak) en aan ontsnappende waterdamp.
  • Vooral in een periode waar het weer heel instabiel is, is het moeilijk om een goede kwaliteit hooi te krijgen. Zo is de kans op hooibroei groter.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Univé-adviseur​​.